Binnen het Erasmus MC in Rotterdam is Vincent Vissers (42) horecamanager namens ISS, één van 's werelds grootste facilitaire dienstverleners. In het ziekenhuis runt hij twee restaurants, twee koffiebars en de volledige banqueting-afdeling.
Hoe ben je in de hospitality terechtgekomen?
“Zoals zovelen begon ik als leerling-kok. Werken, werken, werken. Uren maken. Toen ik wat stappen had gemaakt, mezelf ontwikkelde en meer verantwoordelijkheid kreeg, werd ik uiteindelijk chef. Ik kreeg een hotel onder mijn hoede, ging naar een volgend hotel met vijf sterren en een nog groter team en zo bleef ik groeien. De verantwoordelijkheid nam alleen maar toe, net zoals het aantal uren dat ik van huis was.”
Je nam een drastisch besluit.
“Dat klopt, ik was alleen maar aan het werk. Thuis had ik een jong gezin en nauwelijks een sociaal leven. Het roer moest om, rust en regelmaat moesten er komen. En dat kwam er, ik koos voor stabiliteit, want uiteindelijk draait alles om een goede en gezonde balans. Ik koos voor iets dat ik leuk vind en raakvlakken heeft met wat ik gewend was, de bedrijfshoreca. Maar dan wel met dezelfde kwaliteit en mentaliteit die ik gewend was van uit de horeca.”
Hoe zit jouw baan er nu uit?
“Ik stuur een team aan van 30-35 man en de lunches zijn onze piekmomenten. Dan schuiven er in onze twee restaurants 1.400 mensen per dag aan. Daarnaast verzorgen wij nog de banqueting in het ziekenhuis met borrels, vergaderingen en af en toe diners. Kijk, het hotelniveau ligt behoorlijk hoog. Die ervaring nam ik mee naar mijn huidige baan. Ik probeer de mensen zoveel mogelijk mee te krijgen door te blijven hameren op kwaliteit en niet te snel tevreden zijn met iets. Ik wil de lat altijd weer wat hoger leggen.”
Hoe combineer je dagelijks alle taken die je hebt?
“Als manager ben je meer dan alleen die aansturende persoon. Mensen komen ook bij me aan als er thuis problemen zijn. Ik zeg wel eens dat iedere medewerker een eigen rugzakje heeft die gevuld is met leuke dingen, maar soms ook met minder leuke dingen. Daar heb je mee te dealen. Het gaat mij goed af, ik ben wat dat betreft een mensen-mens. Het is hoe dan ook een heel breed vak, je maakt van alles mee. En dan heb je nog het prestatiedeel; de cijfers, de omzetten, marges en kwaliteit. Maar werksfeer is voor mij het állerbelangrijkste. Ik sta voor iedereen klaar, altijd en overal.”
Waar geniet je het meeste van?
“Van iets helemaal opnieuw opbouwen. Ik had het voor het Erasmus al eens gedaan, nu kon ik dat weer doen. Het realiseren van rendementsverbeteringen, dat is geweldig mooi om te doen. Wat ik al zei, kwalitatief hebben we ook grote stappen gezet, dat is gelukt dankzij de inzet van het hele team. Prima is niet goed genoeg, het moet goed of uitstekend zijn. Dat is soms in een cateringbedrijf wel anders, dan is prima goed genoeg. Daar ging en ga ik niet mee akkoord. Ik probeer altijd gefocust te blijven, altijd kijken naar wat kan beter. Ik houd wel van wat werkdruk, het houdt mij lekker scherp.”